LinQer - Digital Health Compliance

HL7 FHIR en gegevensuitwisseling

Terug naar Blog • Databeschikbaarheid
HL7 FHIR en gegevensuitwisseling in de zorg

In de digitale zorg speelt HL7 een belangrijke rol bij het standaardiseren van gegevensuitwisseling. Door de jaren heen heeft deze standaard een evolutie doorgemaakt. Van HL7v2 naar HL7v3 en HL7 CDA, met HL7 FHIR als laatste versie. Maar wat maakt deze standaarden uniek? En waarom is FHIR dé keuze voor gegevensuitwisseling in Nederland?

De achtergrond van HL7 FHIR

HL7 is een internationale standaard die is ontworpen om gegevensuitwisseling in de gezondheidszorg te vergemakkelijken. Het biedt een gestructureerde aanpak om informatie zoals patiëntendossiers, medicatiegegevens en laboratoriumresultaten tussen verschillende systemen te delen. In Nederland is HL7 de kern van interoperabiliteit en een instrument in nationale en Europese beleidsinitiatieven. Zoals de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) en de European Health Data Space (EHDS).

De essentie van HL7 FHIR

  • HL7 Versie 2. HL7v2, ontwikkeld in de jaren 1980, bood een tekstgebaseerde berichtstructuur die wereldwijd werd geaccepteerd. Hoewel robuust, mist HL7v2 flexibiliteit en ondersteuning voor moderne API-architecturen. Hierdoor is het minder geschikt is voor de huidige eisen van gegevensuitwisseling.
  • HL7 Versie 3. Met HL7v3 werd een XML-gebaseerde aanpak geïntroduceerd. Dit verbeterde de structuur en semantiek van gegevens. Ondanks deze vooruitgang werd HL7v3 vaak bekritiseerd vanwege complexiteit en een steile leercurve, wat de implementatie bemoeilijkte.
  • HL7 CDA. De Clinical Document Architecture (CDA) richtte zich op de uitwisseling van gestandaardiseerde documenten. Zoals samenvattingen van patiëntdossiers. Hoewel CDA nog steeds wordt gebruikt in ziekenhuizen, voldoet het niet aan de dynamische behoeften van moderne gegevensuitwisseling.
  • HL7 FHIR. HL7 FHIR (Fast Healthcare Interoperability Resources) is ontwikkeld om de beperkingen van eerdere versies te overwinnen. FHIR maakt gebruik van RESTful API’s en standaard webprotocollen zoals JSON en XML. Dit vergemakkelijkt de integratie en adoptie door ontwikkelaars. Het combineert de robuuste semantiek van HL7v3 met de eenvoud van HL7v2 en past het 80/20-principe toe, gericht op de meest voorkomende behoeften in de zorg.

Hoe HL7 FHIR werkt in de praktijk

  • Waarom FHIR in Nederland?. In Nederland is FHIR de standaard geworden voor elektronische gegevensuitwisseling. Het ondersteunt vraaggestuurde uitwisseling. Hierdoor kunnen zorgverleners altijd over actuele patiëntinformatie beschikken. Deze functionaliteit sluit perfect aan bij de visie van het Integraal Zorgakkoord (IZA), de Wegiz en de EHDS.
  • Integratie met Zorginformatiebouwstenen (ZIB’s). FHIR maakt gegevensuitwisseling consistent en betrouwbaar door nauwe integratie met ZIB’s. Nictiz ontwikkelt deze bouwstenen en faciliteert hun implementatie via FHIR. Dit bevordert eenheid van taal en techniek. FHIR sluit ook aan bij standaarden zoals SNOMED CT, wat semantische interoperabiliteit versterkt.

Uitdagingen bij HL7 FHIR en mogelijke oplossingen

Hoewel FHIR veel voordelen biedt, zijn er ook uitdagingen:

  • Complexiteit bij implementatie. Het aanpassen van bestaande systemen aan FHIR vereist technische expertise.
  • Semantische interoperabiliteit. Technische interoperabiliteit is sterk, maar het standaardiseren van de betekenis van gegevens blijft een uitdaging.

Om deze uitdagingen aan te pakken, zijn sterke governance, training en ondersteuning van organisaties zoals Nictiz cruciaal. Deze aanpak versnelt de adoptie en waarborgt consistentie in implementaties.

Samenvatting

HL7 FHIR vertegenwoordigt een belangrijke stap in de evolutie van digitale zorg. Het biedt de flexibiliteit en toegankelijkheid die nodig zijn in moderne zorgomgevingen en sluit naadloos aan bij de strategische doelen van Nederland en Europa op het gebied van interoperabiliteit. Door FHIR als standaard te implementeren, zet Nederland een grote stap richting efficiëntere, patiëntgerichte en toekomstbestendige zorg.

Referenties