LinQer – Conforming IT

Wat is interoperabiliteit in de zorg?

Bekijk alle actualiteiten • Blog
Wat is interoperabiliteit in de zorg - LinQer

Interoperabiliteit is een begrip dat steeds vaker opduikt in de zorg. Maar wat betekent het eigenlijk? Kort gezegd gaat het om het vermogen van systemen, mensen en organisaties om data moeiteloos en betrouwbaar uit te wisselen en te gebruiken. Het is de sleutel tot een toekomst waarin zorg efficiënter, toegankelijker en patiëntgerichter wordt.

Verschillende niveaus van interoperabiliteit

Interoperabiliteit geen eenvoudige kwestie. Het omvat verschillende niveaus van gegevensuitwisseling, elk met hun eigen uitdagingen en oplossingen. Hieronder geven we deze niveaus weer en geven aan waarom ze belangrijk zijn voor de zorg van morgen.

Wat is interoperabiliteit in de zorg - LinQer

Machine-to-Machine (M2M)

De basis van interoperabiliteit ligt in machine-to-machine-communicatie (M2M). Dit betekent dat IT-systemen in de zorg direct met elkaar communiceren en gegevens uitwisselen via gestandaardiseerde protocollen. Standaarden zoals HL7 FHIR en OpenEHR zorgen ervoor dat patiëntgegevens veilig en gestructureerd tussen systemen kunnen worden gedeeld.

Uitdagingen in M2M

Ondanks deze standaarden blijven er obstakels bestaan. Verschillen in datatypes – zoals ASCII versus Unicode of variërende datumnotaties – kunnen ervoor zorgen dat systemen elkaar niet goed begrijpen. Dit leidt tot fouten in gegevensuitwisseling en interpretatie.

Oplossingen

Om deze uitdagingen te overwinnen, is governance van groot belang. Standaarden zoals FHIR Implementation guides helpen om klinische informatiemodellen consistent te implementeren.

Machine-to-Human / Human-to-Machine (M2H / H2M)

De interactie tussen mensen en systemen brengt een nieuwe laag van complexiteit met zich mee. Dit wordt ook wel semantische interoperabiliteit genoemd: het vermogen om gegevens niet alleen technisch, maar ook inhoudelijk correct te interpreteren.

Uitdagingen in M2H/H2M

Verschillen in medische terminologie, medicatiedoseringen of datumformaten kunnen leiden tot interpretatiefouten. Bijvoorbeeld: een medische term kan in het ene systeem een andere betekenis hebben dan in het andere, wat verwarring veroorzaakt.

Oplossingen

Om deze interpretatieproblemen te minimaliseren, spelen standaarden zoals SNOMED CT en LOINC een belangrijke rol. Daarnaast bieden frameworks zoals HL7 FHIR een aantal nuttige hulpmiddelen:

  • Codings en ValueSets koppelen medische termen aan uniforme concepten.
  • Profielen en extensies zorgen ervoor dat standaarden kunnen worden aangepast aan specifieke contexten.
  • Narratieven voegen menselijk leesbare interpretaties toe aan medische gegevens.

OpenEHR voegt hier nog extra structuren aan toe, zoals archetypes en templates die klinische concepten vastleggen, en AQL (Archetype Query Language) waarmee specifieke data-analyses mogelijk worden.

Human-to-Human (H2H)

Het meest uitdagende niveau van interoperabiliteit is de communicatie tussen mensen. Medische gegevens kunnen afhankelijk van de context op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Een simpele observatie zoals bloeddruk kan bijvoorbeeld een andere betekenis hebben in een huisartsenpraktijk dan in een intensive care-afdeling.

Uitdagingen in H2H

Taal, cultuur en persoonlijke interpretatie spelen een cruciale rol in hoe informatie wordt verwerkt. Dit maakt het moeilijk om medische data niet alleen correct te verzenden, maar ook consistent te begrijpen.

Oplossingen

Om de betrouwbaarheid van medische gegevens te verbeteren, helpt OpenEHR bij het vastleggen van data als gestandaardiseerde archetypes, gekoppeld aan standaarden zoals HL7 FHIR. Daarnaast zorgen initiatieven zoals de European Health Data Space (EHDS) voor de harmonisatie van standaarden en governance op internationaal niveau, waardoor samenwerking tussen verschillende landen en organisaties wordt bevorderd.

De rol van governance

Op alle niveaus van interoperabiliteit speelt governance een sleutelrol:

  • Bij Machine-to-Machine (M2M). Governance zorgt voor standaardisatie en versiebeheer, waardoor systemen eenduidig blijven communiceren.
  • Bij Machine-to-Human (M2H) en Human-to-Machine (H2M). Governance harmoniseert medische semantiek en zorgt voor uniforme interpretatie van gegevens.
  • Bij Human-to-Human (H2H). Governance faciliteert internationale samenwerking via standaarden zoals SNOMED CT en EHDS, waardoor zorgverleners wereldwijd op dezelfde manier met medische data kunnen werken.

Conclusie

Interoperabiliteit in de zorg gaat verder dan alleen het koppelen van IT-systemen. Het vereist een naadloze combinatie van technische standaarden, semantische context en sterke governance. Door standaarden zoals HL7 FHIR en OpenEHR te combineren met initiatieven zoals de EHDS, kunnen we een zorgsysteem creëren waarin medische data toegankelijk, begrijpelijk en betrouwbaar is. Zowel voor machines als voor mensen.

Interoperabiliteit is dus niet alleen een technische uitdaging, maar vooral ook een strategische kans. Door samenwerking en innovatie kunnen we de basis leggen voor een toekomstbestendige, patiëntgerichte zorginfrastructuur.